To. v. Th.
Starend door de raam
De zonsopgang gemist
Een beeld voor ogen
Van de vraag in de mond
Zie de struiken bewegen
Waait de wind er doorheen
Als was het niet bijzonders
Dat deze takken zich buigen
Starend naar mijn scherm
Waar ben ik mee bezig stelt de vraag zich
Wil ik mijn gevoelens overhekelen
En eigenlijk alleen maar gelukkig zijn.